Meld je aan voor onze

Trainings­dagen

-->

Richtlijnen beoordeling financiële kracht Jeugdwet

30 januari 2020

Beoordeling financiële kracht

Een richtlijn voor financieel onderzoek binnen de Jeugdwet.

 FACTUM adviseert gemeenten bij complexe aanvragen binnen de Wmo en de Jeugdwet. Om zorgvuldig advies te kunnen geven ontwikkelen we richtlijnen die de medewerkers van de gemeente kunnen ondersteunen om een zorgvuldig gemotiveerd besluit te nemen.

Uitspraak Centrale Raad van Beroep
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in 2019 geoordeeld dat de gemeenten bij een aanvraag voor hulp in het kader van de Jeugdwet eerst moeten nagaan of ouders genoeg ‘eigen kracht’ hebben. Hiervoor heeft de CRvB de volgende vier punten geformuleerd die meer nuance geven aan het begrip ‘eigen kracht’ en de vaststelling van ‘eigen kracht’ moet vereenvoudigen:

  1. Is de ouder in staat de noodzakelijke hulp te bieden?
  2. Is de ouder beschikbaar om de noodzakelijke hulp te bieden?
  3. Levert het bieden van de hulp door de ouder geen overbelasting op?
  4. Ontstaan er geen financiële problemen in het gezin als de hulp door de ouder wordt geboden?

Hoewel de Centrale Raad van Beroep hiermee meer nuance heeft gegeven aan het begrip ‘eigen kracht’, zien we dat met betrekking tot het vierde punt bij gemeenten een nieuwe vraag rijst: hoe kan de gemeente beoordelen of er financiële problemen ontstaan in het gezin?

Beoordeling financiële situatie
Om aan deze vraag tegemoet te komen, heeft Factum een richtlijn ontwikkeld die ondersteuning biedt bij het bepalen van de financiële draagkracht van een gezin. In deze richtlijn wordt onderscheid gemaakt tussen een korte beoordeling (QuickScan financiën) en een uitgebreide beoordeling. Het is naar onze mening niet de expertise van de medewerker Jeugd om een uitgebreide beoordeling van de financiële situatie te maken. Wel is het van belang dat hij of zij de financiële situatie van een gezin uitvraagt.

QuickScan financiën
De QuickScan financiën is een beoordeling die door de medewerker Jeugd afgenomen kan worden om te bepalen of er wel of geen sprake is van financiële balans binnen het gezin.

Mocht uit de QuickScan blijken dat er geen balans meer is in de inkomsten/uitgaven, dan is een deskundigenoordeel noodzakelijk en zal de medewerker Jeugd aanvullend onderzoek in moeten zetten (uitgebreide beoordeling).

Uitgebreide beoordeling
Naar onze mening kan dit deskundigenoordeel binnen de eigen (gemeentelijke) organisatie gevonden worden. De afdeling Schuldhulpverlening kent immers al budgetcoaches. Als de budgetcoach is ingeschakeld, zal hij of zij samen met de ouders een uitgebreide financiële beoordeling uitvoeren. Dit houdt in dat de budgetcoach de volledige financiën (zowel inkomsten als uitgaven) in kaart brengt. Hiervoor kan de budgetcoach gebruikmaken van de Richtlijnen Nibud, vaste lasten huishouden 2019.

Als de financiële situatie van de ouders volledig in kaart is gebracht dient de budgetcoach de volgende twee vragen te beantwoorden:

  1. Zijn er mogelijkheden tot bezuinigingen/budgetbeheer?

Als maatstaf voor de balans van een gezin adviseren wij om het rapport van het Nibud 2019[1] aan te wenden. In dit rapport staat beschreven wat gebruikelijke inkomsten en uitgaven zijn van verschillende typen huishoudens.

  1. Zijn er andere voorliggende voorzieningen binnen de gemeente waar de ouders aanspraak op kunnen maken?

Er kunnen zich drie situaties voordoen:

  • De financiële problemen kunnen voorkomen of opgelost worden middels budgetbeheer;
  • De financiële problemen worden ook door budgetbeheer niet opgelost, maar er zijn andere voorzieningen beschikbaar om bepaalde lasten mee te betalen;
  • Budgetbeheer en voorliggende voorzieningen zijn beide niet toereikend om de financiële problemen op te lossen.

Conclusie financiële toets
Indien sprake is van succesvol budgetbeheer en/of de ouders kunnen andere voorliggende voorzieningen aanwenden, dan is de eigen (financiële) kracht van de ouders hersteld. Hiermee is er geen toegang tot de Jeugdwet. Indien zowel budgetbeheer als het aanwenden van voorliggende voorzieningen geen uitkomst biedt, dan dienen gemeenten de ouders door te verwijzen naar de Participatiewet. Er is dan immers sprake van een financieel probleem.

Uitgangspunt Jeugdwet
Het uitgangspunt van de Jeugdwet is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdigen zelf ligt. Van ouders mag verwacht worden dat zij, indien noodzakelijk vergaande aanpassingen doen om dit te realiseren. Dit kan betekenen dat een ouder het eigen toekomstperspectief (carrière) of financiële situatie zal moeten bijstellen om voor het kind beschikbaar te zijn en de noodzakelijke zorg te kunnen bieden.

Dit kan betekenen dat er gezinnen zijn die vanuit een bovenmodaal inkomen terugvallen naar een modaal inkomen of zelfs verder. Hoewel een terugval in inkomen ontegenzeggelijk een ingrijpende verandering met zich meebrengt, is de Jeugdwet hier niet voor bedoeld.

Nota Bene: Van belang is om ons te blijven realiseren dat mensen niet in modale plaatjes wonen maar in huizen. En soms kan het leven je raken. Een verandering in inkomen doet iets met de draagkracht en de draaglast van de ouders. Daarom zal elke situatie zorgvuldig in kaart moeten worden gebracht om zodoende vanuit maatwerk een gemotiveerde beslissing te kunnen nemen.

Terug naar overzicht

Waar ben je naar op zoek?